Als ik iets voor iemand ga maken dan is de voorbereiding van extra belang is mijn ervaring, vooral als het een „vage” opdracht is. Vaag wil ook zeggen dat ik alle vrijheid heb!
Het begint met een gesprek, een bezoek aan huis waar het komt te hangen om te proeven welke smaken er passen.
Wat moet er komen, welke plek, hoe is het licht? Wat zie ik, wat hoor ik?
Het doek wordt gekocht samen met de nieuwe potten/tubes verf, welke kleuren heb ik nodig, welke ga ik met elkaar mengen om tot persoonlijke kleuren te komen.
Dan, eenmaal in het atelier staat het doek op de ezel en ga ik prepareren…wat zoveel wil zeggen als voorbereiden. Het voor bereiden is de basis van je schilderij en bepaalt het eindresultaat.
De eerste stap is het gronden van het doek…een basis van witte (of zwarte) verf. Dat kun je even snel doen, hup! laag wit er over en klaar…
Maar zo werkt het niet, het is geen deur die je in de grondverf zet! Het is voorwaarde- scheppend.
Het gronden van een doek maakt stil en geeft de ruimte om te doen wat gedaan moet moet worden. Het is belangrijk om met het wit te schilderen alsof je een meesterwerk gaat maken, 4 lagen wit is geen uitzondering. Het lijkt zo niks dat wit maar het is heel belangrijk!
Het vraagt aandacht en betrokkenheid om de wortels van een schilderij te maken.
Het volgende wat mee helpt om tot een mooi eindresultaat te komen is de tijd, ofwel de tijdsdruk.
Ik hou van een dead-line…het geeft me dat trechter-gevoel dat ik nodig heb om in een flow te komen. Inspiratie klinkt altijd leuk maar het ontstaat pas als je aan het werk bent!
Het is de stok achter de deur en de schop onder mijn kont die het uiterste uit mijzelf halen.
Aan het werk dus!
wordt vervolgd!
*