detail van een schilderij
nu de zon de dag heeft rondgedraaid
en halfverzonken hangt achter beken
en kreken, ligt luiheid languit te liggen
aan de oevers van de avond,
wij drinken Reimse wijn en zijn
en worden dronken bij het lonken naar
lome koeien vlekkend in de wei nabij,
wij vieren midzomer op het geroekoe
van fuivende duiven terwijl een karekiet
krassend zijn biezen pakt in het riet
na elk geluid trekt schemerlicht mousserend
schaduwen over onze huid, wij geven niet
om lauwe nachtgeuren, dichters en dromers
weten dat geen kruid is opgewassen
tegen het parfum van midzomers
gedicht: Marleen De Smet
*
het is een kantelmoment in de tijd
waarin de volheid van licht en kleur het maximale bereikt
geluidloos neigen we weer richting het lengen van de nachten...
*